Net als in 2000 blijken ook nu de Almeerse woningcorporaties heel jonge sociale huurwoningen te verkopen. En dat in een stad die door de ondergrens van de sociale huurvoorraad is gezakt. Dat is tegen het zere been van de PvdA. Hoe zit dat, vraagt Roodschrift aan raadslid Erik Theunissen, woordvoerder volkshuisvesting voor PvdA-Almere.
Roodschrift: In het begin van deze eeuw verkochten de Almeerse corporaties wel sociale huurwoningen die net zes jaar geleden waren opgeleverd. Dat deden ze tegen de zin van de gemeente en met toestemming van staatssecretaris Johan Remkes. Jij signaleert dat er weer jonge sociale huurwoningen worden verkocht en stelt daar samen met GroenLinks vragen over. Wat is er aan de hand?
Erik: De Almeerse sociale verhuurders blijken allemaal betaalbare huurwoningen te verkopen. En dat terwijl Almere een groot tekort heeft aan betaalbare huurwoningen en Almere door de ondergrens van minister De Jonge is gezakt. In het nieuwe coalitieakkoord staat niet voor niets dat nieuwe projecten voor minstens 40 procent uit sociale huur moeten bestaan.
Roodschrift: Waarom verkopen corporaties bestaande woningen?
Erik: Corporaties zeggen dat het beter zou zijn voor de buurt. Ze willen zorgen voor meer diversiteit in hun bezit. Met eigenaren die een beter inkomen hebben verwachten ze het sociale cement in wijken te versterken.
Roodschrift: Wetenschappers hebben vastgesteld dat het mengen van mensen met geld en met weinig geld niet zorgt voor meer sociale cohesie. De groepen komen elkaar nauwelijks tegen. Volgens bouwers is nieuwbouw momenteel veel duurder dan vroeger. De koper van een sociale huurwoning moet daar vaak al € 300.000 voor neertellen. Daar heb je een jaarinkomen van minstens € 60.000 voor nodig.
Erik: De PvdA is voor diverse wijken, wijken waar iedereen een dak boven het hoofd kan vinden. Er zijn politieke partijen die zo min mogelijk sociale huur willen. Die partijen zien in sociale huur de oorzaak van sociale problemen. De PvdA staat daar heel anders in. Een huis is één van de basisbehoeften van iedereen. Ook huurders met een laag inkomen kunnen aanspraak maken op een fatsoenlijke woning.
En de sociale verhuurders staan aan de lat voor het bouwen van die goede en betaalbare huurwoningen. Onlangs moest de raad zorgen dat sociale huur niet de restpost in een woonwijk wordt. Zo heeft de gemeenteraad ervoor gezorgd dat de geluidswal bij Twentsekant niet uitsluitend uit sociale huur zal bestaan.
Het mag niet zo zijn dat Almeerders met een smalle beurs in Almere geen woning kunnen vinden.
Roodschrift: De laatste jaren zijn er bijzonder weinig sociale huurwoningen gebouwd. Hoe gaat dit college ervoor zorgen dat die 40 procent sociale huur er komt?
Erik: Corporaties klaagden de laatste jaren over de mogelijkheid om woningen te bouwen. Met het nieuwe college moet dat echt anders worden. Het college zal met prestatieafspraken vastleggen hoeveel huurwoningen elke corporatie jaarlijks bouwt. De PvdA vindt dat daarbij hoort dat die woningen minstens dertig jaar lang onderdeel van de voorraad sociale huur blijven. De gemeente geeft niet voor niets een mooie korting op de grondprijs voor een sociale huurwoning.
Roodschrift: In de tijd van wethouder Lies Spruyt (1996) heeft de gemeente strakke prestatieafspraken gemaakt. De corporaties zouden jaarlijks een vast aantal woningen bouwen. Dat aantal zou hoger worden als de rente lager was dan 5,75 procent. De verkoop van goedkope huurwoningen zou mogelijk zijn als de corporatie vervolgens meer sociale huurwoningen zou bouwen. Verkochte duurdere huur moest worden gecompenseerd met evenveel nieuwe sociale huur. Voor vrije sector huur gold geen plicht tot nieuwbouw. Dat convenant bleek uiteindelijk niet te handhaven.
Erik: Het is dan ook zaak om concrete afspraken over nieuwbouw en verkoop van sociale huurwoningen te maken en die te handhaven. Het mag niet zo zijn dat Almeerders met een smalle beurs in Almere geen woning kunnen vinden. Daarom staat er in het coalitieakkoord dat nieuwbouwprojecten minstens 40 procent sociale huur moeten hebben. Alleen zo kan Almere toegroeien naar de ondergrens van 30 procent sociale huur.