Lang leve de democratische rechtsstaat

Deel dit op social media!

De ‘staat’ is aan het eind van de vijftiende eeuw ontdekt. In die tijd plakte Luther zijn stellingen aan de slotkerk van Wittenberg, vestigde Aldo Manuzzio zich als boekdrukker in Venetië en schreef Machiavelli ‘Il Principe’ (De Heerser). In Europa ontwikkelden zich nationale eenheidsstaten met een vorst aan het hoofd. Het fenomeen democratie was nog ver te zoeken. Onderdanen waren nog geen burgers.

Dankzij denkers als Thomas Hobbes, John Locke en Montesquieu en na veel bloedvergieten is langzaam de democratische rechtsstaat ontstaan. Zo  is de mens van onderdaan een stemgerechtigde burger geworden. Een individu met mensenrechten. Iets wat vandaag de dag als vanzelfsprekend wordt ervaren, maar dat niet altijd is geweest en ook nog niet overal vanzelfsprekend is.

In Noord Korea en andere landen zijn burgers nog steeds horig. Minder dan een eeuw geleden heeft West Europa kunnen ervaren wat het betekent als de basisprincipes van onze democratische rechtsstaat opzij worden gezet, als een ‘sterke man’ alle macht in handen krijgt en er geen tegenmachten meer bestaan. Spanje heeft het onrecht van het anti-democratische fascisme nog steeds niet verwerkt. Ook in het land van Franco was de burger een onderdaan.

Onze democratische rechtsstaat kent een aantal fundamenten. Die zijn allemaal terug te vinden in de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Naast een fraaie catalogus mensenrechten bevat die Grondwet de scheiding tussen kerk en staat en – vooral niet te vergeten – de scheiding der machten.

Democratie is een groot goed. De bescherming van individuen door mensenrechten is minstens een even groot goed. Klassieke mensenrechten bieden de burger bescherming tegen een dictatoriale overheid. Sociale mensenrechten geven burgers aanspraak op een fatsoenlijk bestaan. De vrijheid van meningsuiting zorgt er voor dat iedereen mag zeggen of schrijven wat hij wil. Daarvoor geldt een randvoorwaarde: het gesproken of geschreven woord mag niet in strijd zijn met de wet.

Die bescherming tegen de overheid en de aanspraak op een menselijke bestaan is alleen effectief als de burger zich kan wenden tot een onafhankelijke rechterlijke macht die controleert of de regelende en uitvoerende macht hun boekje niet te buiten gaan. Een rechterlijke macht die tegen andere overheidsmachten kan zeggen dat wat er gebeurt niet altijd door de beugel kan. In een rechtsstaat zonder onafhankelijke rechterlijke macht – zo leert de ervaring met de regimes uit 1933 tot 1945 en die van Franco en Pinochet – ontbeert de burger een wezenlijke waarborg. Dan wordt de onschuld vermoord en verwordt de burger tot horige onderdaan.

Ook vandaag de dag zijn er ‘bewegingen’ die weinig op hebben met de fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Groepjes die behoefte hebben aan een sterke leider, een man die alleen heerst. Zonder tegenspraak van anderen. Met in het verleden beproefde methoden proberen de leiders van dat soort bewegingen maatschappelijke onrust te stoken.

Tijdens de corona-crisis hebben die anti-democraten laten zien waar ze voor staan: onrust stoken en paniek zaaien. Men schuwt niet om de fundamenten van onze democratische rechtstaat in een kwaad daglicht te stellen. Zelfs de criticasters van politieke functionarissen – de pers – moeten het ontgelden.

De meest recente poging om de onafhankelijke pers de mond te snoeren is van de anti-democraten van Forum voor Democratie. Forum had opeens de verfoeide rechterlijke macht nodig in een poging om de pers de mond te snoeren. Een parafrase van een uiting van Baudet tijdens het programma Buitenhof is zo onderdeel geworden van de gerechtelijke strijd van Forum tegen de onafhankelijke pers. In de ogen van Baudet zou Buitenhof zich niet kunnen beroepen op de vrijheid van meningsuiting. De zelfverklaarde alleskunner van Forum is tot de conclusie gekomen dat het programma onrechtmatig heeft gehandeld.

Baudet – en zijn advocaat mr. Th.U. Hiddema – hebben al eerder de rechterlijke macht voor hun karretje willen spannen. Anderhalf jaar geleden kwamen ze van een koude kermis thuis. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde een klacht over het niet vervolgen van minister Ollongren kennelijk ongegrond. Tijdens de Ien Dales-lezing had de minister het over de weigering van Baudet om afstand te nemen van discriminerende uitspraken van een partijgenoot. De melding van de minister dat het populisme kernwaarden van Nederland bedreigt hoefde voor het Openbaar Ministerie geen reden te zijn om een kansloos strafproces te beginnen.    

De rechter heeft de aantijging van Forum jegens Natalie Righton onderzocht en niet onrechtmatig geoordeeld. De betweter van Forum zal dat mogelijk weer zien als het bewijs van zijn eigen complottheorie: de elite, de rechterlijke macht en de linkse journalistiek spannen samen om hem af te houden van zijn natuurlijke plaats in onze rechtsorde: die van minister president.

De rechtsorde van Baudet en consorten is niet mijn rechtsorde. In de democratische rechtsstaat Nederland mag ik gelukkig nog steeds rekenen op de bescherming van de onafhankelijke rechter. In onze democratische rechtsstaat zijn de machten nog steeds gescheiden. Oh, wat ben ik blij dat ik in de democratische rechtsstaat Nederland leef en niet in de dictatuur van een rechtse extremist.

terug